Toetsterm 2.1

Toetsterm 2.1

De kandidaat kan aan de hand van de proefbalans en de saldibalans de winst- en verliesrekening samenstellen, het resultaat bepalen, de balans samenstellen en het eigen vermogen bepalen.

Aan de hand van een saldibalans moet je de winst- en verliesrekening en balans invullen.

 

Stap 1

De grootboekrekeningen uit rubriek 0, 1, 2 en 3 gaan naar de balans, behalve 0680.

0600 Eigen vermogen laat je nog even open

De overige grootboekrekeningen gaan naar de winst-en-verliesrekening

 

Stap 2

Bereken het resultaat, vermeld het resultaat bij 9900 en tel beide zijden van de winst-en-verliesrekening.

 

Stap 3

Bereken het nieuwe eigen vermogen

Eigen vermogen eindbalans = eigen vermogen saldibalans + winst – privé (debetsaldo)

 

Stap 4

Tel de balans

Vraag 28

De onderstaande saldibalans is gegeven. Grootboekrekeningen die niet staan vermeld, hebben geen saldo.

 

Stel aan de hand van de saldibalans de winst-en-verliesrekening en de balans per 31 decmber op. Noteer het resultaat en noteer de telling van de winst-en-verliesrekening en de balans.

nrSaldibalansWinst-en-verliesrekeningEindbalans
DebetCreditDebetCreditDebetCredit
030060.000
03105.000
060046.500
068010.500
11007.000
14005.000
30005.000
40004.000
700030.000
840060.000
9900
116.500116.500

Werkwijze:

Stap 1:  Breng de grootboekrekeningen uit rubriek 0,1,2 en 3 over naar de balans, behalve 0600 Eigen vermogen en 0680 Privé. Breng de grootboekrekeningen uit rubriek 4,7, 8 en 9 over naar de winst-en- verliesrekening.

 

Stap 2: Bereken het resultaat op de winst-en-verliesrekening.

Noteer een winst in de debetkolom bij rekening 9900 in de winst-en-verliesrekening.

Noteer een verlies in de creditkolom bij rekening 9900 in de winst-en-verliesrekening.

 

Stap 3: Bereken het eigen vermogen: € 46.500 + € 26.000 - € 10.500 = € 62.000

 

Stap 4: Tel de balans.

Antwoord indienen