De balans ziet er dan als volgt uit:
Balans per 1 januari
Vaste activa | Eigen vermogen |
Vlottende activa | Vreemd vermogen lang |
Vreemd vermogen kort | |
Bij de meeste posten is het wel duidelijk onder welk kopje op de balans ze horen.
Hieronder volgen enkele posten die extra aandacht verdienen:
nog te betalen bedragen: kortlopende schulden
nog te ontvangen bedragen: vlottende activa
vooruitbetaalde bedragen: vlottende activa
vooruitontvangen bedragen: kortlopende schulden
Op het examen kunnen er ook bedragen bij de rekeningen staan.
Als je alles hebt ingevuld moet je daarna zelf het eigen vermogen berekenen
Als er een bedrag gegeven staat bij Gebouw en Afschrijving gebouw noteer je het verschil onder de vaste activa.
Let op: Privé komt nooit op de balans
Toetsterm 3.1
De kandidaat kan de balansposten rangschikken onder de Vaste activa, Vlottende activa, Langlopende schulden, Kortlopende schulden en het Eigen vermogen.
De balans wordt verdeeld in een debet- en een creditzijde.
Aan de debetzijde van de balans staan de bezittingen. De bezittingen worden verdeeld in:
vaste activa: bezittingen die langer meegaan dan 1 jaar.
vlottende activa: bezittingen die binnen 1 jaar kunnen worden omgezet in geld en bezittingen die al in geldvorm aanwezig zijn.
Aan de creditzijde van de balans staat het vermogen. Dit vermogen wordt verdeeld in:
eigen vermogen: het eigen vermogen wordt ook wel gezien als een schuld aan de eigenaar.
langlopende schulden: schulden die niet binnen 1 jaar hoeven worden terugbetaald.
kortlopende schulden: schulden die binnen 1 jaar moeten worden terugbetaald.
Op het examen moeten de balansposten op de juiste plaats op de balans gezet worden.
Vul de gegeven balansposten op de juiste plek in op de balans per 1 januari.
Andere posten dan de gegeven balansposten komen niet voor.
Gegeven balansposten:
Auto
Bank (tegoed)
Crediteuren
Debiteuren
Hypothecaire lening
Kas
Inventaris
Nog te ontvangen bedragen
Voorraad goederen
Vooruitontvangen bedragen
Balans | per 1 januari |
---|---|
Vaste activa | Eigen vermogen |
Vlottende activa | Vreemd vermogen lang |
Vreemd vermogen kort | |
De saldi van de grootboekrekeningen van een eenmanszaak zijn op 31 december:
0300 Inventaris € 10.000
0310 Cumulatieve afschrijving inventaris € 3.000
0510 Cumulatieve afschrijving bedrijfsauto’s € 12.000
0500 Bedrijfsauto’s € 30.000
0680 Privé (opnamen) € 20.000
1060 ING-bank € 3.000
1100 Debiteuren € 5.000
1200 Nog te ontvangen bedragen € 1.000
1280 Nog te betalen bedragen € 2.000
1400 Crediteuren € 4.000
3000 Voorraad goederen € 8.000
Stel de balans per 31 december samen.
Debet | Bedrag | Credit | Bedrag |
---|---|---|---|
Vaste activa | Eigen vermogen | ||
Langlopende schulden | |||
Vlottende activa | Kortlopende schulden | ||
Totaal | Totaal | ||
Toelichting
· Van de vaste activa vermeld je alleen de boekwaarde
· Privé komt niet op de balans
· Eigen vermogen is de “sluitpost”.